Sparen en beleggen wordt volgend jaar iets minder zwaar belast. Dit blijkt uit de stukken die op Prinsjesdag zijn gepresenteerd.

Belasting box 3
De belasting op sparen en beleggen vindt plaats via een heffing op het privévermogen dat zich in box 3 bevindt. In deze box wordt voor sparen en beleggen uitgegaan van een forfaitair rendement, los van de vraag of dit rendement ook daadwerkelijk wordt behaald.

Heffingsvrij vermogen
Belastingplichtigen hebben in box 3 ieder ook recht op een vrijstelling van een deel van het vermogen. Voor 2022 bedraagt dit € 50.650 per persoon, zodat fiscale partners samen recht hebben op een vrijstelling van        € 101.300. Dit is € 1.300 ofwel 1,3% meer vanwege de inflatiecorrectie.

Rendement lager
Vanwege het feit dat de rendementen de afgelopen tijd zijn gedaald, is ook het forfaitaire rendement lager vastgesteld. Box 3 kent drie schijven, waarvoor het forfaitaire rendement is bepaald op 1,82%, 4,37% en 5,53%. De eerste schijf is van toepassing op de eerste € 50.000 van het belastbare vermogen, de tweede schijf op de volgende € 900.000 en de derde schijf op het meerdere van het vermogen.

Wat scheelt dat nu?
Hoeveel minder belasting in box 3 u gaat betalen, hangt af van de omvang van uw vermogen. Zo betalen fiscale partners met een vermogen van € 500.000 nu € 4.774 aan belasting in box 3 en volgend jaar € 4.596, ofwel € 178 minder. Bezitten ze een vermogen van € 1.500.000, dan betalen ze nu € 18.728 en in 2022                € 18.132, ofwel € 596 minder.

Let op! Alle plannen moeten nog door het parlement worden goedgekeurd.

Bron: SRA