Het kabinet heeft de regels rond de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen (KIA) verduidelijkt. De verduidelijking vloeit voort uit een arrest van de Hoge Raad, waardoor ondernemers met buitenvennootschappelijke investeringen soms meer KIA ontvingen dan oorspronkelijk bedoeld was. De verduidelijking is met Prinsjesdag bekendgemaakt.

Soms meer KIA dan maximum
De KIA kent een maximum van € 16.307, dat voor 2020 ligt bij een investeringsbedrag tussen € 58.238 en € 107.848. Door een recent arrest van de Hoge Raad kon in bepaalde situaties een hogere KIA verkregen worden dan dit maximum.

Deze situaties konden zich voordoen als er naast investeringen door een samenwerkingsverband, zoals een vof, ook buitenvennootschappelijk geïnvesteerd werd. Het kabinet beperkt met de wijziging het voordeel dat in dergelijke situaties behaald wordt. De beperking ligt in lijn met de bedoeling van de wetgever, zo blijkt uit de wetsgeschiedenis.

KIA per onderneming
Verder wordt verduidelijkt dat de KIA per onderneming moet worden berekend en toegepast. De Hoge Raad had namelijk enige ruimte gelaten voor een interpretatie dat dit niet zo zou zijn. Met deze wijziging maakt het kabinet ook aan deze onduidelijkheid een einde. Dit betekent dat een ondernemer die meerdere ondernemingen heeft, voor alle ondernemingen apart de KIA mag berekenen. Daardoor kan een ondernemer bijvoorbeeld in meerdere ondernemingen het maximum bedrag bereiken.

Voor- of nadelig?
Of de nieuwe regels voordelig of juist nadelig zijn voor u, hangt af van uw persoonlijke situatie. Hoe dan ook, met deze nieuwe regels is wel duidelijkheid gecreëerd. Bovendien staat nu buiten kijf dat bij meerdere ondernemingen de KIA per onderneming moet worden berekend.