Het kabinet heeft onlangs gereageerd op een evaluatie van de fiscale tegemoetkomingen voor bedrijfsopvolgingen. Uit de reactie komt naar voren dat deze tegemoetkomingen niet volledig worden afgeschaft, maar waar nodig wel worden aangepast.

Bedrijfsopvolgingsregelingen
In de Successiewet is voor het fiscaal vriendelijke schenken of vererven van een onderneming een bedrijfsopvolgingsregeling opgenomen, in de praktijk ook wel BOR genoemd. Deze regeling voorziet in een voorwaardelijke vrijstelling van 100% van de waarde van de onderneming, voor zover de waarde van de onderneming niet meer bedraagt dan € 1.134.403 (bedrag 2022). Voor het meerdere is de vermindering 83%.

Daarnaast is in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling opgenomen, in de praktijk ook wel DSR genoemd. Deze regeling voorziet in de mogelijkheid om de winst die bij schenken of vererven van een onderneming ontstaat, door te schuiven naar de opvolgers.

Evaluatie CPB bedrijfsopvolgingsregelingen
Eerder dit jaar publiceerde het CPB een evaluatie van fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht. Onderdeel van deze evaluatie waren met name de BOR en de DSR. Het kabinet heeft hierop onlangs gereageerd. In de reactie geeft het kabinet aan nog steeds achter de doelstelling van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen te staan. Te weten: het voorkomen dat de continuïteit van een onderneming bij een reële bedrijfsoverdracht in gevaar komt door belastingheffing.

Aanpak knelpunten en oneigenlijk gebruik
Het kabinet wil echter wel diverse knelpunten en oneigenlijk gebruik van de regelingen aanpakken. Hierbij wil het kabinet niet alleen oog hebben voor de knelpunten die de Belastingdienst ervaart, maar ook voor de knelpunten die de ondernemer ervaart. Het doel is onder meer eenvoudigere regels en minder juridische procedures.

Verhuur onroerende zaken
Zo wil het kabinet in de toekomst alle aan derde verhuurde onroerende zaken aanmerken als beleggingsvermogen in de BOR en DSR. Gevolg is dan dat hierop niet de gunstige regelingen kunnen worden toegepast. De precieze uitwerking van deze maatregel is nog niet bekend, maar zal onderdeel zijn van het wetsvoorstel Belastingplan 2025, met waarschijnlijke ingangsdatum 1 januari 2024.

Baby-bv’s
Het kabinet onderzoekt verder de mogelijkheden voor nieuw beleid om constructies met baby-bv’s aan te pakken.

Verdere wijzigingen nog niet bekend
Verdere wijzigingen zijn nog niet bekend. De komende periode onderzoekt het kabinet hiertoe een aantal vragen over onder meer het onderscheid tussen ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen, de mogelijke aanpassing van de dienstbetrekkingseis in de DSR en de mogelijke aanpassing van de bezits- en voortzettingseis in de BOR. Het kabinet zal eventuele wijzigingen daarna opnemen in het wetsvoorstel Belastingplan 2024, met waarschijnlijke ingangsdatum 1 januari 2024.

Bron: SRA