De Hoge Raad heeft geoordeeld dat bezorgers van Deliveroo in Nederland werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst, met als consequentie dat aan hen werknemersbescherming toekomt. Dit houdt in dat zij recht hebben op ontslagbescherming, loondoorbetaling bij ziekte, vakantiegeld en vakantiedagen.
Drie eisen van de arbeidsovereenkomst
Hoge Raad heeft onlangs uitspraak gedaan in de zaak van de bezorgers van het inmiddels uit Nederland vertrokken platform Deliveroo. Volgens de Hoge Raad is voldaan aan de drie eisen die de wet aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst verbindt, te weten:
- persoonlijke arbeidsverrichting door de werknemer;
- loonbetaling door de werkgever; en
- het werken onder gezag van de werkgever.
Dat de bezorgers de vrijheid hadden om al dan niet in te loggen op de app, en het feit dat zij de vrijheid hadden zich te laten vervangen zijn geen reden om niet van een arbeidsovereenkomst te spreken.
Omstandigheden van het geval
Om het onderlinge verband van alle genoemde omstandigheden te bepalen gaat de Hoge Raad uit van een zogenaamde holistische benadering, waarbij gekeken moet worden naar diverse gezichtspunten. Van belang kunnen onder meer zijn:
- de aard en duur van de werkzaamheden;
- de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
- de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
- het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
- de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen;
- de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
- de hoogte van deze beloningen; en
- de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt.
Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het verwerven van een reputatie, acquisitie, fiscale behandeling, en – gelet op het aantal opdrachtgevers – voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.
Wetgever aan zet
Het is nu aan de wetgever om een en ander tot uitdrukking te brengen in nieuwe wetgeving. Met name de nadere invulling van het begrip ‘organisatorische inbedding’ is van belang voor bedrijven die werken met zzp’ers die werkzaamheden verrichten die tot de normale bedrijfsvoering behoren.
Bron: SRA
Recente reacties