Ondernemers hebben recht op een aantal fiscale faciliteiten. Voor enkele daarvan geldt de eis dat de ondernemer moet voldoen aan het urencriterium. Dit betekent dat men in beginsel minstens 1.225 uur in het jaar werkzaam moet zijn geweest in de eigen onderneming. Maar mag de ondernemer dat aantonen met een achteraf opgestelde urenstaat?
Leverde schoonheidsspecialiste voldoende bewijs?
In een zaak die speelde voor rechtbank Noord-Holland was een schoonheidsspecialiste van mening dat ze voldeed aan het urencriterium. Ze had dan ook de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek geclaimd. Omdat de inspecteur de aftrekken schrapte, belandde de zaak voor de rechter.
Achteraf opgemaakt
Voor de rechter werd duidelijk dat de urenregistratie achteraf was opgesteld. De inspecteur vond de urenstaat niet aanvaardbaar, maar de rechter dacht hier anders over. De achteraf opgestelde urenstaat was weliswaar minder krachtig als bewijs, maar dit werd gecompenseerd door de specificatie ervan en door de steun voor de urenstaat die voortvloeide uit de overige stukken.
Tip! Hieruit blijkt dat een achteraf opgestelde urenstaat niet altijd volstaat. Het is daarom in uw voordeel als u gewoon dagelijks een urenstaat bijhoudt.
Aanvullend bewijs slechts beperkt noodzakelijk
De rechtbank voegde nog toe dat slechts aannemelijk gemaakt hoeft te worden dat aan het urencriterium wordt voldaan. Dit betekent een minder zware bewijsvoering. Niet alle afzonderlijke uren hoeven daarom volledig uit de administratie te blijken. Ook hoeft niet voor alle afzonderlijke uren, naast de vermelding in de urenstaat, aanvullend bewijs overlegd te worden. De rechtbank stelde de schoonheidsspecialiste dan ook in het gelijk.
Bron: SRA
Recente reacties